donderdag 29 januari 2015

Velo's maken zich breed

Binnenkort werk ik drie jaar in het grote kantoor in Apeldoorn Noord en net zolang fiets ik op en neer van Dieren naar Apeldoorn en weerom. Dat fietsen wordt niet alleen makkelijk gemaakt door mijn mooie gele Strada maar ook door de voorzieningen op de plek van bestemming.

Er is een ruime omkleed- en doucheruimte, met twee douches, een groot aantal afsluitbare lockertjes en een muur met haakjes om je kleding op te hangen en een bank om op te zitten. En Strada 94 staat natuurlijk elk werkdag droog in wat ooit de bromfiets- en motorstalling was. Maar drie jaar geleden veranderde dat dus.

Vanaf dag één waren er niet alleen twee gewone ligfietsers in de fietsenstalling, maar kwamen er in één klap drie full-size velomobielen bij; in de bromsfietsstalling dus. De mooi gele Strada 94 en de Questen 324 en 139.

Lekker breeduit geparkeerd ;-)
En als wij dus all drie aanwezig zijn dan wordt het dringen onder bromfietsafdakje. Dan moeten de motoren (de zware jongens) en de stinkbrommers aan de buitenranden aanschuiven. De zitjes en de zadeltjes worden dan nat en koud en daar kunnen de gemotoriseerde jongens en meisjes slecht tegen. Oh ja, en sommige collega's kunnen dan bij regen lastiger langs de overdekte fietsenstalling naar hun auto lopen, omdat er overal motoren en brommers geparkeerd staan.

Uit die laatste groep moet zeer waarschijnlijk het verzoek gekomen zijn om de overkapping uit te breiden. En aldus geschiedde. Sinds begin dit jaar passen er ineens drie velomobielen én een hele trits gemotoriseerde tweewielers onder. Iedereen tevreden.

Maar uitgerekend op de dag dat ik deze foto maak is het zo´n bekende Nederlandse winterhorrordag waarbij het KNMI gul met kleurcodes smijt. En dan komen die watjes met hun brommers en motoren weer niet opdagen voor de grote fotoshoot. Gelukkig is er één velonaut wel op komen dagen.

Ruimte genoeg voor iedereen. En er is zelfs een mooi afritje gemaakt en  (natuurlijk) van een paaltje voorzien
Maar waar is iedereen? 




zaterdag 24 januari 2015

Drie dagen, zes ritten, één Sinnervelomobielkap

Ik zat net te peinzen hoe ik mijn ervaringen met een Sinnervelomobielkap op zou gaan schrijven toen het ergens heel ver boven mij begon te knetteren en te donderen. Plotseling hoorde ik een luide stem die riep: "Is het nou een keer afgelopen met dat kappengedoe. Het is genoeg zo. Kappen!". Beduusd fluisterde ik dat het allemaal de schuld was van het gele mannetje in mijn hoofd en dat ik er een keurig verhaal van zou maken. De stem zweeg en dat heb ik toen maar als een goedkeuring opgevat.

Op een zaterdagochtend  fietste ik bij Lorenz langs die mij wel een weekje zijn Sinnervelomobielkap wilde uitlenen. Ik legde 'm thuis op de Strada en zag dat ie prima paste. Het zag er zelfs erg goed uit. Later kwam Anja thuis en die wilde dat ding ook wel eens zien. Ik ging voor het eerst in de fiets zitten en tilde de kap over mij heen. "Nou, nou..", moet ik toen gezegd hebben, "de ruimte valt me héél erg mee." Later zei Anja tegen mij dat ze toen dacht dat ik er wel een ging kopen omdat ik zó positief had geklonken. En dat zonder een meter te hebben gereden. Tja, vrouwen hebben een goed inzicht hoe mannen in elkaar zitten maar hebben niet noodzakelijkerwijs altijd gelijk ;-)

Hieronder lees je wat mijn ervaringen waren. Ik fietste drie keer op en neer tussen Dieren en Apeldoorn (30 km enkele reis). Vier van de zes ritten waren geheel of deels in het donker. De buitentemperatuur varieerde van -4 tot -1. Het waren toevallig een paar koude dagen. Helaas (voor deze proef) regende of sneeuwde het niet. Na elke rit maakte ik voor mijzelf een kort verslag waarin ik alles noteerde wat me aan de kap opviel.

Het staat cool en het is hot....

Het zicht en het vizier

In een kappenvergelijkende blogpost noemt Wim Schermer het uitzicht vanonder de Sinnerkap "het kijken vanuit een bunker". Wim je hebt gelijk, daar lijkt het wel wat op. Maar vond ik dat een probleem? Nee helemaal niet. Je kijkt inderdaad tegen de bovenrand van de kap aan maar het uitzicht vond ik ruim voldoende. Ook de tussenstukken tussen zijgaten en vizier ervoer ik niet als hinderlijk. Je kijkt er als het ware omheen.

Die open zijgaten vond ik overigens erg prettig. Bij het naderen van een kruising of splitsing had ik daardoor veel beter zicht naar links en naar rechts. Zonder zijgaten zou ik het zicht waarschijnlijk niet als zo goed hebben ervaren! Het fietsen met twee achteruitkijkspiegels (had ik al) lijkt me met zo'n kap een must.

En dan het vizier. Een soort sterk gebogen maxischermpje van dikke niet flexibele kunststof. Tijdens mijn allereerste rit, ik was net vier kilometer onderweg, trilde een vizierboutje los en verdween in het duister. Stevig aangedraaid bleef het vizier beter vastzitten. Overdag en in het complete duister (geen straatverlichting) was het zicht prima. Heb je te maken met auto- en straatverlichting dan is er soms wat reflectie.

Ik merkte dat ik gedurende die zes testritten regelmatig bezig was met het voorkomen van condens. Vizier stukje open, vizier stukje dicht. Helemaal gesloten deed de deflecterende  rand van de kap z´n werk maar zodra de snelheid onder de 30 kilometer per uur zakte werd dat snel minder. Op ruw asfalt en klinkers had het vizier ook de neiging om irritant te klapperen. Mogelijk een zaak van vizierboutjes en tussenrubbertjes?

Oh ja, en dan was nog die vrijdagochtendrit. Het was -4 en plaatselijk nogal mistig. Die mist hechte zich aan de buitenzijde van het vizier en begon daarna langzaam maar zeker vanaf de randen te bevriezen. Er was niks aan te doen, op het laatste stuk moest de klep helaas ver open.

Meestal fietste ik met het vizier op een kiertje. Er stroomde dan voldoende koele lucht binnen om de binnentemperatuur niet te ver te laten stijgen.

De temperatuur en binnenklimaat

Buiten was het dus tussen de -1 en -4. Bij -4 en 30 km p/u bijt een ijskoude wind ongenadig in je neus. Maar niet als je onder zo'n kap zit. De eerste dag had ik nog handschoentjes aan en een dunne fleecemuts op. Wist ik veel. Die gingen dus heel snel uit. Het was een stuk warmer dan ik gewend ben. Normaal gesproken fiets ik zonder deksel ongeacht de temperatuur. Nu, met twee dunne shirts aan gingen de shirtritsjes zelfs open. Ik begon ook veel meer te transpireren; heel prettig als je dan onder je kap uitkomt en buiten blijkt het ijskoud te waaien.  Maar daarbinnen zat ik wel in m'n eigen zweetlucht ;-)

Die warme vochtige lucht die ik zelf geproduceerd had hechte zich ook in de vorm van condens aan de binnenzijde van de fiets en kap. Dat varieerde per dag nogal maar op een gegeven moment pakte ik mijn telefoon uit de velomobieltas en merkte dat die helemaal vochtig was.

Ik werd me ook meer bewust van andere luchtstromen in mijn gele bakje. Er bleek via de voetengaten nu ineens ook een merkbare koudestroom te bestaan.

Het geluid en geruis

Meer geluid dan met fietsen zonder schuimdeksel? Nee, daar merkte ik niks van. Ik hoorde dezelfde geluiden als anders. Het geruis van de ketting(buis), het kettingwiel enzovoort. Maar de windruis was wel vrijwel geheel verdwenen. Via de beide zijgaten ruiste de wind nog wel naar binnen maar bulderde niet meer op orkaansterkte zoals ik gewend was. De oordopjes konden uit.

De snelheid

Als je dit blog regelmatig volgt weet je het: Paul fietst meestal niet erg hard. Mijn gemiddelde ligt altijd ruim onder de 30 km per uur. Ik was dan ook benieuwd of de stroomlijnkap van Sinner voor mijn gemiddelde snelheid enige gevolgen zou hebben. Om dat goed te kunnen meten sloeg ik alle 6 ritjes op met Strava en vergeleek ze met 12 min of meer standaard ritjes van een maand eerder. De extreme wind-mee en zware regen ritten haalde ik eruit. En wat bleek? Met kap bleek ik 0,3 kilometer per uur sneller te hebben gefietst. Da's voor mij dus een minuut tijdwinst.

Ondanks het feit dat ik niet echt sneller fietste, merkte ik wel degelijk dat de acceleratie van 0-30 km per uur veel makkelijk leek te gaan. Maar dat kan ook een fraai staaltje zelfbedrog zijn geweest.

De combinatie van zwart en mooi geel doet het goed...

De uitstraling 

Alhoewel je hierboven kunt lezen dat het in de fiets veel warmer was ziet een Strada met zo'n kap er wel 'cool' uit. Kijk hieronder maar eens naar de video-slideshow. Ik vond het wel stoer staan. Ok, je bent ineens een nog grotere 'alien' dan anders maar daar kun je aan wennen. Omdat er in deze periode weinig andere fietsers op mijn route te vinden zijn kan ik helaas geen verslag doen van kap-specifieke verwensingen of -aansporingen die ik naar mijn hoofd geslingerd had kunnen krijgen.

De binnenruimte

Eén van mijn vooroordelen was dat zo'n kap een claustrofobisch ding is. Maar de binnenruimte vond ik riant. Ik zit vrij hoog in mijn Strada maar had nog meer dan een centimeter vrij boven mijn hoofd. Bij het nemen van hobbels en drempels raakte ik wel eens de zij- of bovenkant van de kap maar dat was niet hinderlijk. Ik had een ongehinderd uitzicht op mijn dashboard en de andere spullen die in de fiets liggen. Even de telefoon gebruiken of wat drinken, het was geen enkel probleem.

Ik bleek zelfs in staat om een stoplichtknopje te bedienen via het ver openstaande vizier. Maar anders dan bij het open rijden vertrouwde ik liever op de goede werking van de detectielus. Als je eenmaal knus en warm binnen zit wil je namelijk zo weinig mogelijk buitenkomen. Je wordt namelijk een watje van zo'n kap ;-).

De conclusie

De hamvraag: "Ga je er nu één aanschaffen?" kan ik direct beantwoorden. Nee, dat gaat niet gebeuren. Maar op ijskoude winterdagen zou ik het absoluut geen straf vinden om mijn woonwerkritjes met een Sinnerkap te doen. Hoe kouder en natter het weer hoe aangenamer zo'n overdekte fiets mij lijkt. Verder vond ik het al snel te warm en dat vizier een lastig ding.

Maar we weten het inmiddels allemaal: Zoveel hoofden, zoveel kappen.  En het gele mannetje? Ach die vindt wel weer een ander onderwerp om over te zeuren!

Nog even kapkijken?

Met foto- en videocamera legde ik het tijdelijke huwelijk van velomobielkap en Strada 94 vast. Deze video is de start met een hele afspeellijst van een hele reeks kappenfilmpjes van anderen. Veel plezier.

Een jaar later kreeg dit verhaal een vervolg



zaterdag 17 januari 2015

Het mannetje in mijn hoofd zwijgt

Het bericht over het gele mannetje in mijn hoofd deed nogal wat stof opwaaien. Natuurlijk waren er reacties van de orthodox gekapten maar net zo goed van de open stijl bikkels. En dan was er ook nog mijn ambitie om als 'last man standing' in velomobielend Nederland zonder kap te blijven rijden.

Eén van de reacties was van dorpsgenoot Lorenz die meldde: "je mag mijn kap zo ophalen om het eens een paar dagen te proberen !!".

Het mannetje in mijn hoofd begon onmiddellijk ondragelijk te jengelen. OK, je geeft 'm dreun en stil is ie weer. Maar toch sprak het voorstel van Lorenz mij wel aan. Als ik een paar dagen met die Sinnerkap zou kunnen forenzen, zou ik nog beter weten waarom ik er écht geen ging kopen. Bovendien zou het genoeg stof opleveren voor een blogbericht. En aldus geschiedde.

Zaterdagochtend stond ik bij Lorenz op de stoep. Hij moest me nog wel even uitleggen hoe dat werkt met zo'n kap. Want dat had ik niet helemaal goed begrepen:

Toen ik op mijn oranje Kronan terug naar huis fietste viel me al de ruime
binnenruimte op en de frisse lucht die door de zijgaten naar binnenstroomde.

Na deze week volgt een uitgebreid testverslag. Ik ben zelf erg benieuwd!




vrijdag 16 januari 2015

Het mannetje in mijn hoofd

Er zit een mannetje in mijn hoofd. Een klein geel mannetje met een zacht zeurend stemmetje. Normaal gesproken zit ie heel stilletjes in een hoekje en houdt z’n mond. Maar soms, soms begint ie hele verhalen in m’n oor te fluisteren. Heel irritant en omdat ie in mijn hoofd zit moet ik wel luisteren.

 Als de ijskoude winterregens weer eens in volle hevigheid tegen mijn fiets slaan. Als ik ver weggezakt achter en onder mijn schuimdeksel met een pet ver over de ogen getrokken wanhopig probeer mijn brillenglazen nog enigszins helder en droog te houden. Ja dan, dan wordt het kleine gele mannetje in mijn hoofd wakker en begint ie te zeuren.

Kap, kap, kap, kap, kap...
“Vervelend toch, al die kou en nattigheid? Daar heb je last van, dat weet ik zeker.”. “Rot op, met je geneuzel”, roep ik ‘m toe. “Ga ergens anders fietsers lastig vallen, ik ben aan het fietsen. En ik heb al m’n aandacht nodig om in dit pokkenweer veilig vooruit te komen...”

“Ja dat bedoel ik nou”, gaat het stemmetje dan verder.. “Als je nou onder zo’n heerlijk warme droge kap zat, dan zou het heel wat schelen  toch? Alleen het comfort al en het ziet er ook nog eens supersnel uit.”.

“Hmm, supersnel...”, denk ik, “daar heeft ie wel een punt. Als relatief trage forens wil ik best een paar minuten van een woonwerkfietstijd af kunnen knabbelen. “Maar, nee zo’n klaustrofobisch gevaarte om me heen zie ik echt niet zitten.”.

“Vies he, die regen”, zeurt het mannetje verder. “Voel je die grote druppel die nu in je nek loopt? Koud he?”. Ik begin genoeg te krijgen van dit irritante kereltje dat steeds maar hetzelfde programma afdraait. Als ik nu zeg dat ik zo'n kap wel erg duur vindt zegt ie natuurlijk dat ik het best kan betalen.

“Ennuh... natuurlijk is zo’n kap best wel duur maar daar krijg je ook wat voor”, zeurt vrijwel onmiddellijk dat zachte stemmetje in mijn oor. “En je kunt het best betalen… Je mag zelf kiezen of het zo’n Sinner- of Velomobielonderdelen model wordt. Desnoods zo’n illegale Vekatex kopie. Alles is toch beter dan die ijskoude regen in je gezicht?”.

“En nu opzouten”, roep ik. “Het is genoeg, terug je hok in!”. Met een flinke mep smijt ik ‘m in z’n hok en met een dreunende klap valt de deur in het slot. Zo die is voorlopig opgeborgen.

Tja, dat soort gesprekjes heb je soms met jezelf. En omdat ik dat gele kereltje goed ken kan ik ‘m van het ene op het andere moment het zwijgen opleggen. En natuurlijk kletst ie uit z’n nek. Ook al rijdt heel velomobielend Nederland straks met een kap. Dan nog zal ik de ‘last man standing’  zijn. Een fossiel uit de begintijden van het velomobielen toen iedereen nog open reed. Als ‘hard core’ dekselmijder zal ik mijn open rijstijl met hand en tand blijven verdedigen.

 “Maar laatst heb je toch twee dagen achter elkaar met deksel gereden?”, hoor ik ineens een héél zacht stemmetje achter die gesloten deur. “Zo’n deksel is toch een beetje een 'beginnerskap'? Toch?”.

Naschrift
Vrij snel na publicatie van dit bericht zweeg het gele mannetje ineens

dinsdag 13 januari 2015

Kijkje in de keuken

Al eens naar buiten gekeken vandaag, of zelfs naar buiten geweest? Nou het is nat en niet zo'n beetje ook. Toch moest ik er vandaag aan geloven. Vorige week was voor de tweede keer de kabel van de kilometerteller contactgestoord (lees over de eerste keer).

Dat betekent in een ijskoude donkere garage de boel losprutsen en voorzichtig weer aan elkaar solderen. De beide draadjes van zo'n Cateye Enduro zijn ragfijn dus je moet nog goed opletten ook.

Maar toen kwam ik op een lumineus idee. Letterlijk want op de alternatieve plek die ik in gedachten had zou het veel lichter zijn en, bonus, ook nog eens behaaglijk warm: de keuken van Huize Mooi Geel. Diezelfde keuken waar in december de beroemde oliebollenappelflappen gebakken zijn. Op diverse blogs had ik zelfs wel eens velonauten gezien die hun fiets de woonkamer in (mogen ;-) rijden maar de daarvoor benodigde bochten kan ik zelfs met een Strada niet halen. 

Mooie warme werkplaats. Koffie en andere versnaperingen direct bij de hand...  Wat wil ik nog meer?
`T was even passen en meten maar S94 paste precies. Buiten gutste de regen naar beneden, binnen kon ik op mijn gemak het verloren contact met mijn kilometerteller weer herstellen.

Nu maar hopen dat het vast blijft zitten met soldeer, stukjes isolatietape en een krimpkousje eroverheen. Voor een volgende bezoek aan Dronten heb ik wel alvast een kabelvervanging op het ´to do´ lijstje gezet.


 

dinsdag 6 januari 2015

Voor mijn geschiedenisboekje: 2014

Mooi Geel Is Niet Lelijk is er niet alleen tot vermaak van jullie, eerwaarde lezers. Het is ook een beetje mijn fiets (lees velomobiel) dagboekje. Waar ik graag nog eens in terugblader om te kijken en te lezen hoe mooi geel het ook al weer was.

Een jaaroverzicht met de gemaakte afstanden hoort er dan gewoon bij....  Dus, excuses, het is vooral voor mezelf bedoeld maar wees welkom en lees en kijk gerust mee.

Een kleine 11.000 kilometers waarvan 9355 met Strada 94
foto's vanaf linksboven met de klok mee: woon-werkroute Apeldoorns Kanaal - naar Dronten - CycleVision - de OBT 2014 - RIJS 2014 - Qinghai China - Kutna Hora in Tsjechië - naar de Nederlandse Noordkaap - een rondje Achterhoek met LOL
Woonwerkverkeer was in 2013 al goed voor ruim 7000 km. Daar is in 2014 niet zoveel aan veranderd. De extra 'specials' zoals VaVe14, RIJS14, de tocht naar de CV en last but not least de OBT 2014 waren vorig jaar goed voor bijna 1000 km.

Voeg daarbij nog al die LOLlige toertochtjes op zondag én de onderhoudsritjes naar vm.nl en je bereikt een mooie 9355 km.  Voor mijn eigen volledigheid heb ik dan ook maar eens de vakantiekilometers in Tsjechië, China en Nederland (op de Snel Explorer) toegevoegd.

'T was een mooi fietsjaar!




zondag 4 januari 2015

To boldly go where no velomobile has gone before...

Het moet een bijzonder gezicht geweest zijn, die armada van fel gekleurde human powered voertuigjes daar in de diepe diepe Achterhoek. We waren met 8 velomobielen en 3 open liggers en druk bezig een historische veldrit door de onbekende Achterhoek te maken.

'The deep Achterhoek' waar zich nog geen enkele velonaut (of ligfietser?) ooit gewaagd had, maar wat we nu, omdat we met zovelen waren en het weer prima was, wel aandurfden.

Het was allemaal zo onschuldig begonnen met een aankondiging op ligfiets.net: Nieuwjaarsrit met LOL. Je stelt je er dan het gebruikelijke bij voor. Eerst een gezellig samenkomen bij het Volkshuis in Zutphen en daarna een gemoedelijke rit door de omliggende landerijen.

Voor wat betreft de eerste deel van deze veronderstelling klopte het allemaal. Maar ergens besloot captain Kirk de vloot the deep Achterhoek in te leiden. Aan de kop van de colonne moet toen geroepen zijn: "To boldly go..!". 

We begonnen op goede maar onverharde wegen. Ik vroeg me op dat moment al wel af of er ergens een GPS op hol geslagen was want ligfietsers hebben het niet zo op onverhard heb ik inmiddels geleerd.

Lekker doortrappen, heerlijk zonnetje, mooie Achterhoek!

Hier viel het allemaal nog wel mee ;-)

Prima fietsroute
Wat er daarna volgde had soms alles weg van een ATB route. Dat waren trouwens ook de enige fietsers die we  tegen kwamen.  Het was All Terrain maar wij hadden daar niet de Bikes voor. Alhoewel....we sloegen ons er doorheen. Als je een Oliebollentocht 2014 kunt rijden, of een Rondje IJsselmeer dan raak je niet zo snel in paniek als de spoorbreedte van je fiets niet helemaal ;-) past bij de breedte van het spoor dat je volgt.

We passeerden het riviertje de Slinge waar de bewoonster van een boerderij in paniek naar buiten kwam rennen. "Meneer, meneer, dat is een fietspad!", riep ze me toe. Om haar wat te kalmeren stopte ik even. "Maar wij zijn fietsers...", meldde ik haar. "Maar het is veel te smal en te steil...", riep ze mij toe. Maar ja, dat hadden we natuurlijk zelf allang opgemerkt.

Gelukkig kwam de verlossing: Buitencentrum Kerkemeijer bij Borculo bleek stevige hompen appelgebak mét slagroom te serveren. Van daaruit ging het weer door de gewone Achterhoek naar Zutphen.

Na 92 lichtjaren op de teller rolde ik S94 toch wat vermoeid de garage in. Tja, het ontdekken van nieuwe verten kost altijd extra energie. Maar mooi was 't!

 --------  LOL: to infinity and beyond  --------