woensdag 31 augustus 2016

Into Nature langs de Ems

Er lag nog een stapeltje vakantiedagen op ons te wachten en die hebben we vorige week opgenomen. Vakantie wil in mijn geval al meer dan 30 jaar zeggen dat ik met de fiets op vakantie ga. De reis ernaartoe mag dan met bus, trein of vliegtuig gaan, de vakantie zelf is zonder uitzondering een fietsvakantie. Ik weet niet beter dan dat dit normaal is.

Met ruim een week voor de boeg hadden wij onze aandacht gericht op het Hoge Noorden van Nederland om vandaar uit langs de Duitse Ems Radweg weer af te zakken tot op Dierense hoogte. De eerste dag zette in elk geval niet de toon voor de rest van de week. Het regende en miezerde toen we over de IJsseldijken naar het noorden fietsten. Pas toen de Noordoostpolder in zicht kwam, we zouden gaan kamperen bij Camping de Mig (tip van Belle) bij Kraggenburg, brak de zon echt door.

Camping de Mig. Met een echte Mig op de achtergrond
En als er geen MIG voorhanden is maken we zelf wel het geluid van een opstijgende
straaljager met onze MSR Dragonfly benzinebrander
Een leuk terreintje, zie het uitgebreide verslag van Belle, met een wat weerbarstige aanmeldprocedure. Je meldt je aan bij een zelfbedieningssysteem waar het ons in eerste instantie niet lukte om er een pasje aan te ontfutselen. Uiteindelijk bleken we zelfs twee  plekken te hebben geclaimd ;-) en kregen we toch nog één pasje. Let op: met dit pasje geeft de douche warm water maar dat kost wel 0,25 cent per minuut. Na vijf minuten (= 1,25 euro) stopt het water vanzelf maar je kunt ook eerder stoppen. Best wel duur voor een warme douche van vijf minuten. Overigens kreeg ik alleen koud water maar na een klacht per e-mail reageerden de beheerders snel en beloofden de 1,25 euro terug te storten. Verder een rustig terreintje aan een vaart waar geregeld boten en jachtjes voorbij komen.

De volgende dag reden we Drenthe in. Het doel: de kunstmanifestatie Into Nature. Op allerlei plekken binnen en buiten tussen Assen en Eelde is er van alles te zien. Moet je wel van kunst houden natuurlijk ;-). En is me er nog iets van bij gebleven? Bijvoorbeeld de grafheuvel waar je in kon gaan zitten. Binnen las een zweverige stem allerlei zweverige teksten voor, zoals "It's never too late, to positively desintegrate." Tja... 

Bezoek eens een grafheuvel want het "is never too late to positively desintegrate"
Kunstwerk van stuifmeelkorrels. Bijzonder als je nagaat de de maker ervan maanden bezig is geweest om genoeg stuifmeel te verzamelen om zoiets te kunnen maken.
De voormalige luchtvaartschool Eelde. Op de voorgrond de Monolith waar het water tegenop stroomt en op de achtergrond de Conibeer die ooit groen was. Denk daar maar eens diep over na!
Net buiten Groningen Airport (v.h. vliegveld Eelde) liggen de gebouwen van de voormalige luchtvaartschool. Die zijn al behoorlijk in verval geraakt. Wel een mooi decor voor het eindpunt van de Into Nature kunstroute. We hadden nog tijd genoeg om door te fietsen naar natuurkampeerterrein Wildemansheerd in het Oost Groningse land.

We waren de volgende ochtend nog maar kort onderweg toen ik achter mij een kenmerkend rommelend geluid hoorde. Een seconde later zoefde er een mooie oranje Quest voorbij. Die was van Xander Niezing die zich voor zijn werk als pianostemmer in het buitengebied vooral per velomobiel verplaatst. Xander stak zijn duim op en riep ons toe: "Super!".  Hoe ik dat allemaal weet? Nou, zijn naam stond nogal duidelijk op zijn fiets. Hij moet natuurlijk gedacht hebben: dapper hoor twee fietsers op fietsen met zo'n zadel hier in de Oost Groningse leegte. Laat ik ze een hart onder de riem steken.

Dat was echt niet nodig Xander, het weer was subliem en de wind werkte mee. Voor we er erg in hadden waren we in Duitsland en fietsten we langs de rivier de Ems naar het zuiden. De afwijkende route want getuige de enorme aantallen routefietsers die ons tegemoet kwamen fiets je als 'anständiger Radfahrer'  van de bron naar de zee en niet andersom.

Niet alleen Xander was erg vriendelijk. Bij de Drentsche Aa stonden twee  ligfietsers, net toen wij daar aan kwamen rijden. Eén van hen riep toen ie ons zag: "Kijk dat is nog eens echt fietsen!". Aardige mensen toch die ligfietsers ;-).

Die routefietsers waren eenvoudig te herkennen aan kun typisch Duitsche routefietseruniform: helm, stoer jack ook bij 30 gr., kniebroeken, vierkante fietsttassen, altijd licht aan en vanzelfsprekend op een 'Elektrorad'.  Ze kwamen in groepen van 10-15 personen voorbij.

Heerlijk fietsen langs de toen nog brede Ems
Kijk dat kunnen die Duitsers goed: mooie Schutzhütten, waar je als fietser aangenaam kunt uitrusten ook bij slecht weer. We hebben ze zelfs met wc's gezien.
Het was intussen bloedjeheet. Bij Rheine (links de Ems) bleven we  lang in de koele schaduw zitten.
En toen was de GPS kapot. Het was weer helemaal terug in de tijd met bordjes kijken en kaarten lezen. Maar we hebben het gehaald!

Het was mooi fietsen langs de toen nog brede Ems. Mooie brede paden, verhard en halfverhard. We zouden in totaal zo'n twee en een halve dag langs de Ems rijden maar een groot deel daarvan hebben we niets van de rivier gezien. Die rivier wordt nl. steeds smaller en bochtiger. Wegen en paden lopen er niet meer langs. De routemakers van de Ems Radweg sturen je dan over piepkleine binnendoorweggetjes. In steden en dorpjes is het zoals vaker in Duitsland huilen voor ons fietsers. Stoepjes, hekjes, onmogelijke bochten en oversteekjes. Met een velomobiel is het volledig fietsen van deze route dan ook bijna onmogelijk.

Omdat de tijd begon op te raken verlieten we  in Greven de officiële route. Op eigen kracht fietsten we naar het westen waar ergens Winterswijk moest liggen. Meestal navigeren we  dan met de Dakota 20 gps op het stuur. Maar uitgerekend toen gaf die de geest. Met een papieren kaart en de fietswegwijzers lukte het nog best.

Kampeerterrein Lutje Kossink bij WInterswijk waar de mais altijd hoger staat
Laatste stop op de dijk bij Bronkhorst. Een heerlijk Bronkhorster biertje van de brouwerij uit het nabijgelegen Rha.

En nu het antwoord op de vraag die iedereen al aan het begin heeft gesteld! We fietsten 720 kilometers. Hard ging het niet, want net als in de Strada, doe ik het graag rustig aan. Anja fietst altijd voorop en dan komen we uit op een kruis-snelheid van ergens tussen de 15-20 kilometers per uur.


 

donderdag 18 augustus 2016

Sprinten!

Ik ben de archetypische snelle slak.  Ik ben natuurlijk niet de enige velomobielrijder die efficiënt fietsen tot een ware kunstvorm verheven heeft. Al in de eerste weken had ik het door. Als ik op mijn gemak naar het werk in Apeldoorn fietste was ik vijf minuten langzamer dan wanneer ik me het snot voor de ogen trapte.

We weten het allemaal: voor een paar minuten winst moet de gemiddelde snelheid flink omhoog. En die gemiddelde snelheid kan alleen maar hoog zijn als je met je carbon-glasvezel trapautootje gewoon aan één stuk door kunt blijven rijden.  Op mijn gewone woonwerkroute, die niet over kilometerlange kaarsrechte kruisingsloze polderwegen gaat, is dat dus heel erg moeilijk. Zeker als je een snelle slak bent en 30 per uur al helemaal prima vindt.

Maar soms, heel soms, heeft deze snelle slak de kriebels. De sprintkriebels wel te verstaan. Dan wil ik wel eens proberen hoe hard ik kan.  Een paar stukjes op mijn route lenen zich daar bij uitstek voor: de route door het Woudhuis ten oosten van Apeldoorn en een paar stukken breed fietspad langs het kanaal. Die zijn allemaal geplaveid met luxe asfalt en hebben geen onderbrekingen.

Sprintje naar het spoor...
Niet zo vreemd zijn deze stukken ook segmenten in Strava. Dus als ik weer eens de kriebels heb kan ik ook gelijk zien of ik echt de kriebels had. Of dat het alleen maar leek alsof ik hard fietste.

Vanochtend dus, fietste ik, ‘business as usual’, door het Woudhuis. Het luxe asfalt gleed moeiteloos onder mij vandaan, de zon die nét opkwam scheen fraai over de akkers met  laaghangende nevels.  De ideale omstandigheden om de sprintkriebels te krijgen. Dat kwam mooi uit want vlak voor ik de spoorlijn Apeldoorn – Deventer oversteek ligt zo’n Strava-segmentje. De ‘Spoorsprint’ van wel 0,3 kilometer lang.

Segmenten in Strava zijn zelden langer dan een kilometer. Langer kunnen de heren wielrenners de topsnelheden waarmee ze de ranglisten aanvoeren, niet volhouden. ;-)
In juni 2013 reed ik hier al eens 35,8 km p/u gemiddeld! In 36 seconden was het voorbij. In mei 2014 fietste ik hier voor het eerst net iets sneller dan 40 gemiddeld. Ik rolde vier seconden eerder over de streep. En vandaag? Nou het is me gelukt hoor. Weer een seconde eraf en 41,6 gemiddeld. Wel een beetje buiten adem denderde ik de spoorwegovergang over.

Joehoeoeoeo, ik voelde me als Epke, als Dafne, als Ranomi in Rio. Niet de hoofdprijs maar wel een hele mooie prestatie. Misschien mag ik van de baas vanmiddag zelfs eerder naar huis, net als die Nederlandse Olympische sporters deze week ;-).










dinsdag 16 augustus 2016

Van de weg af, het fietspad op...

De meeste kilometers, zo'n 7000 per jaar,  maak ik als forens. Héél erg saai eigenlijk. 's Ochtends 29,75 km heen van Dieren naar Apeldoorn en 's middags 29,75 km terug van Apeldoorn naar Dieren. De route kan ik dan ook met mijn ogen dicht rijden.

Tot voor een paar weken. Toen verschenen er ineens grote gele borden en rood-witte linten op mijn route. Als onderdeel van de verdere aanleg van het Park Zuidbroek in Apeldoorn Noord werd er een stukje weg van me afgepakt. En daarvoor werd ik ook nog eens een paar weken omgeleid.

Een stukje weg dat ik altijd voor mezelf had. Net na de oversteek over de A50 kon ik scherp rechtsaf en moesten de auto's linksaf en omrijden.  Over het metersbrede asfalt van een oude weg kon ik heerlijk de afrit afrollen.

Als ik zin had kon ik daar lekker spookrijden, of als een idioot slingeren. Net als een echte fietser. 

OK, het asfalt was niet erg glad meer  maar voor mij was het meer dan goed genoeg. En aan het einde perste ik mijn Strada tussen twee ruwe plantenbakken door. Met aan beide kanten een paar centimeter speling. Dat was stoer.

Vanaf vorige week is het eigenlijk allemaal mooier geworden. De weg is weg en het asfalt is nu nieuw en superglad én ik fiets op een officieel fietspad. Met paaltjes aan begin en einde, want ik snap ook wel dat die automobilisten ook wel op zoiets nieuws willen rijden ;-). Kijk en vergelijk:






zaterdag 13 augustus 2016

"Levensgevaarlijk!"

Jan en Thea hadden echt heerlijk gewandeld. De route die ze eigenlijk elke dag liepen: een rondje door het bos en dan langs het Crematorium weer terug. Mat wat geluk was daar dan op de terugweg wel wat te beleven. Hun overactieve Jack Russel puppy Rinco was ook van de partij. Lekker weer, wat wil je nog meer?

Helaas, rustig naar huis lopen was ze niet gegund die vrijdagmiddag. Net toen ze de kruising bij het crematorium wilden oversteken kwam er uit het niets zo'n enge snelle gele banaanfiets. Rinco deed van de zenuwen een plasje en Thea aarzelde even. Maar Jan niet! Die wilde wel wat kwijt. "Rotdingen, zijn 't", zei ie eigenlijk meer tegen zichzelf dan tegen Thea. "Levensgevaarlijk!", riep ie nog terwijl dat ding in een flits voorbij denderde. Dat enge rommelende geluid zou hij zich nog de hele middag herinneren.  "Echt levensgevaarlijk...", zei ie nog een keer, "God mag weten hoe hard dat ding wel niet ging. Vijftig?" Voor ie verder kon mopperen trok Rinco aan de lijn, die was het hele voorval alweer vergeten en wilde naar huis. Naar de gevulde voerbak.  

Rinco vond dat gele ding vooral eng (Foto Lauren Liston op Flickr)

En ik?
Ik was wat vroeger die vrijdagmiddag. De vaart zat er niet erg in, zoals wel vaker met de laatste woonwerkrit van de week. Ik passeerde de rotonde bij de SPAR-supermarkt en draaide rustig de weg langs het crematorium op. En weg met nogal ruw asfalt én het stijgt hier iets. 

Met een gezapig vaartje van 25 km p/u roffelden de Marathon Plusjes de Dierense berg op. De afslag crematorium kwam in zicht. Altijd goed opletten hier want deze kruising tussen bos en bebouwde kom is niet super overzichtelijk. Ik hield mijn benen al stil en toen zag ik ze: een man, een vrouw en een hondje. Zo'n overactieve Jack Russel pup met een rode boerenzakdoek om.

Ze maken net aanstalten de straat over te steken. Als velomobielrijder heb ik al heel snel geleerd vooral te anticiperen op het gedrag van anderen in het verkeer. Met een soepele beweging stuur ik de Strada naar het midden van de weg, zo ver als mogelijk van onvoorspelbare voetgangers.  Voor het geval dat... glijdt mijn vinger al richting claxon. Op het moment dat ik het drietal passeer hoor ik de man nog net iets zeggen: "Levensgevaarlijk!", vang ik duidelijk op. Ik moet er eigenlijk een beetje om lachen.  'T is maar hoe je 't bekijkt ;-).


Herlezenswaardig
Jan noemde het zelfs Extreem gevaarlijk



donderdag 11 augustus 2016

Lampjes aan - zon uit

Als ik vanochtend om zes uur de fiets uit de garage duw schemert het nog. In de verte hangen donkere wolken, het is 9 graden. De zomer die nog maar niet echt wil beginnen, lijkt alweer op z'n eind te lopen. Tijd om de lampjes aan te doen, in elk geval voor het eerste stuk. En de zon doet z'n best om steeds later op te komen. Dat begint al aardig te lukken.

6:10 uur: ochtendrood water in de sloot...

zondag 7 augustus 2016

Een B-rit met LOL

Hé hallo, wat is er aan de hand? LOL-ritten hebben toch al sinds mensenheugenis de Triple A status? En nu ineens B?  'No worries', de B zat weer in de maand dus vertrok er om een uur of tien een colonne van maar liefst 13 ligfietsen en velomobielen uit Zutphen.

Zoals gebruikelijk waren er veel meer deelnemers dan de officiële aanmeldingen via ligfiets.net. En dát heeft weer alles te maken met de 'O' van LOL.

Het zit daar zo lekker op het terras van het Volkshuis dat we pas ruim na 10 uur vertrokken
Johan rijdt tegenwoordig klimaatneutraal...
Blubber, Bagger, Bogged Down
Het begon allemaal heel onschuldig. We reden ons muurvast op een miniscuul parkeerterreintje in Zutphen. Geen probleem, zodra we eenmaal de stad uit waren ging het best wel veel vlotter.

Op de een of ander manier lijkt het een traditie te worden: een stukje onversneden MTB-route in elke LOL-rit. Met als vaste ingrediënten: modder, mul zand en een fietspadbreedte van niet meer dan 15 cm.

Bij één van die passages had ik het allemaal wat verkeerd ingeschat. Ik zag de neus van mijn Strada steil afdalen in een enorme modderkuil. Ik zag het modderwater traag omhoog komen en hoorde de neus over de bodem schrapen. "Ach, zo'n Strada kan wel wat hebben", dacht ik, en reed verder. Wat verderop wilde ik vrolijk claxonneren naar een ruiter die verstijfd van schrik in de berm lag. Altijd positieve feedback geven toch? Ik hoorde niet meer dan een gedempt "Proe, proe". Mijn claxon was 'bogged down'

"Proe, proe"

Bezemwagen
"Bent u de bezemwagen?", vroeg een vriendelijke wandelaar mij. "Ja als ze er mee ophouden neem ik ze stuk voor stuk mee", antwoordde ik. Altijd beleefd blijven, toch? Feit is wel dat ik meestal helemaal achterin fiets. Op de een of andere manier vind ik dat prettig. Ik doe geen enkele poging om wat voor gat dan ook dicht te rijden. Door vele jaren LOL-len wijs geworden weet ik dat ik altijd weer aansluiting zal vinden.

'T is een vrij rustig baantje dat bezemrijden.

Baronnen en baronessen...
...wonen al eeuwen in Kasteel Hackfort bij Vorden. Tegenwoordig is er ook de Keuken van Hackfort. Je kunt er eten maar ze serveren ook prima appelgebak met slagroom. Een essentieel onderdeel van elke LOL-tocht. Het was aangenaam toeven op het zonnige terras. "Gaan we ook nog een keer fietsen?", riep iemand.

De zon scheen nog wel maar aan de horizon ontwikkelt zich al wel bewolking
Prima appelgebak daar bij de Keuken van Hackfort
Een prima punt om te stoppen. De fietsen trokken zoals gebruikelijk weer veel aandacht. Ach, we zijn wel wat gewend!
Tijd om verder te gaan

Bronkhorst
Wel eens in het historische stadje Bronkhorst geweest? Nee? Nou niet doen! Het is een toeristische vliegenval met twee klinkerstraatjes, een 'oud' kerkje, wat B-gallerietjes, een winkel met zogenaamde streekproducten en flink wat restaurants. Op een mooie zondag staat het parkeerterrein helemaal vol. Het leuke van al die drukte is dan wel weer dat je véél aandacht trekt met een sliert van 13 velomobielen en ligfietsen. Zeker als er twee roeifietsers bij zijn, want die vind ik persoonlijk nog opvallender dan velomobielrijders ;-).

Het was bomvol op de boot bij Bronkhorst

Bij Bronkhorst is ook de pont over de IJssel naar Brummen. Niet toevallig ook met een B! Bij Brummen ben je al bijna in Dieren. En even later was ik thuis met 70 heel relaxte kilometers op de teller.



Casper deed ook verslag van deze bonte stoet, Wim noemde het een vrolijke bende en de Keuken van Hackfort twitterde over back to the future

vrijdag 5 augustus 2016

Het absolute dieptepunt is bereikt

Iedereen die vanochtend naar het werk ging (in Nederland) moet het gemerkt hebben. De meeste landgenoten zijn nú met vakantie. Dat merk je onderweg maar vooral als je om kwart over zeven het parkeerterrein van het waterschapskantoor in Apeldoorn opdraait.

Waar is iedereen? Op vakantie dus. Maar maak je geen zorgen: de dijken zijn veilig, het rioolwater wordt schoongemaakt en de sloten zullen niet overstromen.  En gezien het aantal auto's kan ik misschien beter de titel van dit stukje aanpassen in: "Het absolute hoogtepunt is bereikt."  ;-)

Één Mooie Gele Fiets en nog één gewone in de fietsenstalling. En afgezien van die vier dienstauto's....

...een (nog) geheel verlaten parkeerterrein. Wat een rust. 

woensdag 3 augustus 2016

Maar m'n haar bleef droog

Ik kon vanochtend kiezen. Met droge haren op kantoor aankomen of niet. Ik koos voor droge haren. 

Net de deur uit kletterde de regen al aardig op mijn carbon dakje met opklapraampje. Het was de derde keer dat ik mijn Sinnerkap gebruikte en ik moet er telkens nog even aan wennen. De binnenruimte, het uitzicht en die typische kapgeluiden.

Kappenweer, dat was het!

Goed, de regen sloeg dus aardig tegen mijn dakje maar daarbinnen bleef het een soort van droog. Een mooie stroom druppeltjes waaide naar binnen maar dat was maar een fractie van wat ik anders te verduren zou hebben gehad. Met een petje op m'n kop. Als brildrager was ik een blijde rijder.

Wel was het een omgekeerde wereld. Wat kaploos van buiten naar binnen zou zijn gekomen kwam nu onmiskenbaar van binnen naar buiten. Paul kreeg het een beetje warm.  Kijk dat iemand uit Finland een 'kuomu' aanschaft snap ik wel. Daar groeien ze op in de sauna. Maar als typische Hollandse cabriorijder moet ik echt acclimatiseren. 

Harry (@twilwel) mag dan wel beweren dat je er aan kunt wennen maar ik vond het zelfs een beetje tropisch. Ik was nog niet eens halverwege toen ik al straaltjes vocht over mijn buik voelde lopen. En nee, ik had geen lekke kap.

Oh ja, nog even een gouden tip voor kaprijders in de zomer: "niet stoppen!" Ik herhaal: "niet stoppen!" Je bril beslaat onmiddellijk, het zweet breekt je in het kwadraat uit en er loopt een complete rivierdelta aan transpiratie over je buik. Blijven rijden met dat ding!!!  Ik snap nu eindelijk ook de zin van de Daniel Fenn kledinglijn voor kaprijders.

Weer thuis. Uit laten druppen en weer opbergen
Op terugweg was het droog en schoof ik m'n vizier lekker ver open. Heerlijke koele lucht waaide door m'n droge haren maar dat was van  korte duur. Ik fietste alweer recht een buienfront in. Zo een met van die  grote paarse pitten op de buienradar. En toen merkte ik pas echt hoe droog ik wel zat. Er kwamen mij drie fietsers tegemoet. Druppend van de regen, als natte lappen voorovergebogen op hun ongemakkelijke voertuigjes zonder enige beschutting. En ik? Ik zweette me het apelazerus ;-).

Maar m'n haar bleef droog...




dinsdag 2 augustus 2016

108 kilometer is héél ver fietsen

Ik heb laatst wel 108 kilometer gereden. Honderdenacht! En moe dat ik was. En omdat het al zo laat was geworden ben ik eerst maar een pizza gaan eten in Nunspeet om daarna nog de laatste kilometers naar het kampeerterrein te fietsen. Want koken daar was dus geen energie meer voor.

Bron
Ik hoor nu wat gemompel opstijgen uit de commentaarvakjes hieronder. "Hé Paul, maar jij bent toch een beetje een velobikkel? Zo eentje die even op en neer rijdt naar de Cycle Vision. Of een rondje IJsselmeer draait van 365 km? Dan is 108 km toch helemaal niks? Had je slechte benen of zo? Of héle erge pech?"

Ik fietste door Nunspeet als onderdeel van een rondje door Overijssel en Drenthe. Alles bij elkaar was het een tocht van 250 kilometers; perfect voor een dagtripje in de velomobiel. 's Ochtends vroeg weg en na de pizza in Nunspeet nog ruim voor het donker thuis in Dieren. Piece of pizza! Niks bijzonders. Twee vingers in de neus.

Een van de vele bankjes onderweg waardoor je maar met moeite boven de 100 km komt: bij de Kamperzeedijk
Hoe kwam het dat ik toch zo moe was van 108 km fietsen? Nou, Anja en ik gingen een lang weekeinde kamperen. Drie dagen door Overijssel, Drenthe, Flevoland en thuisprovincie Gelderland. En met een goed beladen Snel Explorer (ik denk dat er tussen de 15-20 kg aan elke fiets hangt) schieten we  gewoon niet zo snel op. Geen enkel probleem hoor! Als we lekker doortrappen staat er een snelheid van 19 km p/u op de Cateye Enduro. Gemiddeld kom je dan nog wel wat lager uit.

En dan, ja dan is 108.000 meter op dag twee een hele afstand. We kunnen het, maar je bent wel de hele dag op pad. Inclusief regelmatige lange pauzes bij bankjes met mooi uitzicht en bij ijscowagens.

Zo gauw er iets te zien is én je kunt er ook nog eens op een zonnig terrasje zitten dan vliegen de uren voorbij
Het 'terras' van pizzeria Italia in Nunspeet. M'n eerste biertje had ik al snel op. Dat smaakte na ruim honderd km erg goed
Dag 3: alweer pauze tijdens de korte etappe (70 km) naar huis. Bij Radio Kootwijk zijn we met LOL ook al eens geweest.'T blijft een bijzondere plek
Toen ik op Dag Twee na twee biertjes, één pizza en 108 kilometers het natuurkampeerterrein Nunspeet opfietste, waar het godzijdank niet al te druk was, dacht ik: "Als ik met de Strada onderweg was dan was ik nu al thuis geweest ;-)."  Maar ja..., zo werkt dat niet.

Terwijl ruim honderd kilometer met een 'gewone' vakantiefiets voor mij en Anja al jaren lang een flinke afstand is heb ik in de afgelopen vier jaar voortdurend het gevoel dat ik met mijn velomobiel elke keer nóg iets verder zou kunnen rijden. Als ik een theoretisch stukje over de DCT2016 schrijf doe ik dat niet voor niks. Daar moet een diepere behoefte achter schuil gaan.

Misschien moet ik binnenkort eens gaan werken aan mijn afstandshardheid ;-). En als ik dan door Nunspeet kom weet ik in elk geval waar je een heel behoorlijke pizza kunt krijgen. Om daarna in één ruk door te rijden naar huis. Want dat zijn tenslotte maar 70 kilometertjes. Die twee biertjes moet ik dan wel laten staan...