Deze sub-species van het geslacht der Fietsers is eenvoudig te herkennen. Al vanaf grote afstand. Ze komen het hele jaar door voor maar de populatie lijkt in de wintermaanden wel wat af te nemen. Waarschijnlijk overwinteren ze dan in het openbaar vervoer. In het donker zijn ze bijvoorbeeld ook makkelijk te lokaliseren door de grote hoeveelheden lichtgevende beeldschermpjes die ze als enige verlichting voeren.
Over het algemeen zijn er twee grote migratiebewegingen per dag. Waar de wildebeesten in de Serengeti maar één keer per jaar tijdens The Great Migration de verschrikkelijke krokodillenrivier oversteken, trekken deze fietsers maar liefst twee keer per dag door de verkeersjungle.
Net zoals de wildebeesten en de zebra’s zoeken ze daarbij de veiligheid van de grote groep. Door zo groot mogelijk zwermgedrag hopen ze beter zichtbaar te zijn en de belangrijkste predatoren op een veilige afstand te houden. Als er één gaat oversteken dan volgt de hele groep vanzelf. Het kan een indrukwekkend spektakel zijn als zo’n enorme groep fietsscholieren het Nederlandse equivalent van de krokodillenrivier oversteekt.
Groepje scholieren steekt een drukke weg over (Foto Flickr Patti Sandoval) |
Wordt het vluchten, vechten of bevriezen als ze mij zien?Als ze vluchten fietsen ze met z’n allen het kanaal in, als ze vechten fietsen ze mij het kanaal in en als ze bevriezen kom ik geen meter meer vooruit op het in de volledig breedte geblokkeerde jaagpad. Nee, de beste optie voor mij is vooral ‘niet eng’ te zijn. Dus voor alles is het belangrijk de vriendelijke wat vreemde banaanfietser uit te hangen.
Als een olifant in de Serengeti trompetter ik eerst een paar keer. De meest ervaren en slimste scholieren krijgen mij dan snel in de smiezen en geven nerveuze waarschuwingssignalen af voor de rest van de kudde. “Banááán, banaan, banaan”, klinkt het. De vorm van de kudde verandert van breed naar lang en smal. De jongensscholieren joelen, de meisjescholieren slakken gilletjes als ik voorzichtig de groep passeer. Soms hoor ik ook "Cool..." of "Nice..." of andere typische kuddegeluiden van deze ondersoort. Ik blijf alert want een stampede wil ik ten koste van alles voorkomen.
Dat passeren is overigens een heel interactief proces. Ik roep “Dank jullie, goed bezig..” en de leidscholier zegt dan meestal zoiets als “Graag gedaan meneer...”. Die wil natuurlijk ook niets liever dan de hele kudde veilig op de plaats van bestemming brengen. Soms wordt er kort ingegrepen. “Nienke, ga nou aan de kaháánt… Die meneer wil er langs!”, hoor ik dan achter mij. Nienke behoort dan tot de sub sub species met permanente dopjes in de oren. Die zijn wat lastiger te passeren. En soms laat ik dan even mijn zweep knallen. Dan weet de hele groep weer precies wie de baas is. Want een beetje een roofdier ben ik natuurlijk wel.
Ik ontdekte dat ik al eerder over wilde beesten schreef...