Door mijn deelname aan de 21ste Oliebollentocht ben ik tot de ontdekking gekomen dat bijna de hele velomobielwereld op de één of andere manier te weten is gekomen dat ik sinds een tijdje met pensioen ben ;-). Maar daar leek het woensdagmorgen beslist niet op. De wekker stond gewoon op half zes. Ik had gelijk weer dat vertrouwde 'en nu naar het werk fietsen' gevoel. Ik zou wat later zelfs langs het waterschapskantoor komen, zij het met een enorme omweg.
Die omweg begon met het ophalen van dorpsgenoot Lorenz. Waarna de reis verder ging naar het LOL-meetingpoint bij de Oude IJsselbrug te Zutphen. Daar sloten wij aan bij Nico, Wim R. en Casper. Al bij het uitrijden van Zutphen merkte ik dat de mist bijzonder hardnekkig en ijzig koud was."Ach dat gaat wel over", dacht ik, "straks breekt de zon wel door..." Toen kwam Deventer in beeld. Bij de spoorbrug kwam Arjen erbij; we waren compleet. Lorenz gaf een rondje oliebollen en we gingen nu echt op pad.
Kwart over tien was het al toen we, uiteindelijk toch wat laat ;-), de Koperweg inreden. Die bleek geheel geblokkeerd te zijn door een werkelijk enorme hoeveelheid velomobielen. Er moeten daar dus 209 van die banaanfietsen gestaan hebben. Want zoveel zijn er geteld. Een heus wereldrecord!
Hé hallo, jullie gaan toch niet al weg? Kan ik nog even koffiedrinken?
Nee Paul, dit zijn echt de allerlaatsten! Je moet nu weg!
Leuk dacht ik nog, terwijl ik me naar binnen spoedde om wat levensreddend warm zwart vocht te scoren. Met een diepe zucht ging ik op een van de houten bankjes zitten en nam een slok. Ik had nog maar net één slok genomen of buiten hoorde ik al iemand roepen: "de laatsten moeten nu écht weg hoor...!" Ik rende weer naar buiten, sprong in mijn Strada en kon nog net aansluiten bij de staart van de tocht. Dat was een mooi gezicht: hoe we wel vier-breed over de weg, het fietspad negerend, naar de rand van Dronten fietsten. En al die auto's er een beetje hulpeloos tussen ;-).
We waren nog maar net op een beetje op gang toen ik piepjes in het vooronder van de fiets hoorde. De notabene in Dronten nog vervangen, en thuis geheel opgeladen, batterijtjes van mijn Oregon 600 waren door de kou spontaan geïmplodeerd. Met het herbedraden van de hele navigatie raakte ik nog verder achter.
Bij de Roggebotluis, waar korte en lange route zich scheidden, kon ik gelukkig weer aansluiten. Het was een machtig gezicht die enorme rij velomobielen. Alhoewel ik door de mist de voorkant van de rij niet kon zien. Als korte routerijder was het verder simpel: rechtdoor en het water vooral links houden. Dan kwam je bijna vanzelf bij Flevonice.
Oh die eindeloze uitzichten in de polder!
De lange rij voor de korte route bij de Roggebotsluis.
De man met het bordje. Kort rechtsaf, lang linksaf.
Er reden acht QV's mee. Da's meer dan 50% van alle afgeleverde QV's hoorde ik.
Net voor Flevonice - een eindeloze rij
Net voor Flevonice - een eindeloze rij
Bij het oprijden van het Flevonice terrein werden we nog op een fraai stukje variété getrakteerd. Daniel Fenn reed met zijn prototype DF4 dwars door de berm ("Kuck mal wie einfach das geht!") en liet zich daarbij voortslepen door een piepklein hondje ("Sogar ein Jack Russel kann mit der DF4 30 pro Stunde fahren!"). De hele Oliebollentocht werd dan ook georganiseerd door dat andere bekende velomobielmerk uit Dronten ;-).
'Flevonice buiten
Flevonice binnen
Ik heb m'n fiets maar bij een paar snelle modellen in de buurt gezet. Wellicht dat ie daar nog wat van leert
Binnen was het warm en was er een heel uur lang de gelegenheid om nu echt bij te komen én diverse collega-bloggers en -fietsers te spreken. Daar was ik wel aan toe na 120 kilometers. De korte route terug naar Dronten werd de allerkortste route terug naar Dronten. Niet moeilijk doen gewoon de grote weg blijven volgen. Kwart over twee kon ik aansluiten bij de heren en dames die zich buiten bij een goed brandende vuurkorf stonden te warmen.
Het grote voordeel van vroeg arriveren was dat er tijd genoeg was om gezellig verder te kletsen en te recupereren voor de lange koude en donkere reis terug. Het nadeel was wel dat het wachten op de soepkar was langer duurde. De soep smaakte er niet minder om.
'Intercitybike' bood een uitgebreid voorzieningenpakket aan. Aan elk detail was gedacht. Hartelijk dank daarvoor!
De heren van de vuurkorf
LOL'ler Nico zoekt altijd het beste plekje voor zijn fiets
Hoera de soepkar
Het typische gebak dat naar deze tocht genoemd is
Hoera de soep!
Met z'n zevenen vertrokken we om half vijf in het laatste licht. Doorploeteren was het, weer dwars de Veluwe over. Dwars door de bossen, waar de duisternis donkerder is dan in de rest van het land. Bij Vaassen, we stonden bij dat wereldberoemde Apeldoorns Kanaal, verdween de rest in de nevels richting Deventer en Zutphen.
Wat als een werkdag was begonnen eindigde nu ook weer zo. Met een omweg van uiteindelijk slechts 181 kilometer passeerden Lorenz en ik het waterschapskantoor. Daarna waren het nog maar een schamele 30 kilometers naar Dieren. Vlak voor Dieren werd de mist ondoordringbaar. Voor de 37ste keer die dag zette ik mijn bril weer af. Tweehonderd-en-elf kilometers stonden er uiteindelijk op de teller en het was mooi geweest, heel mooi!
Volgend jaar fiets ik beslist weer mee met de 22ste editie van de velomobieltocht der tochten. Waar die dan wordt verreden is nog onbekend; dat is nog in nevelen gehuld. Wie weet wordt het weer zo'n woonwerkritje met een omweg?
Hé zijn jullie al bezig? Met de voorbereidingen voor de 21ste Oliebollentocht? Of ben je zelfs al onderweg? In Huize Mooi Geel begint de oliebollenspanning nu héél langzaam op te lopen. De fiets moet nog gewassen worden, de krentenbollen nog gekocht, de winegums liggen nog in het schap bij Albert Heijn. Dat komt allemaal morgen wel.
Maar voor zo'n op-en-neertje van 225 kilometers moet je jezelf wel voldoende opladen. Dat geldt zeker ook voor alle spulletjes die ik mee ga namen. Het lijkt verdorie wel elk jaar meer te worden. In totaal sleep ik meer dan 50 Gb aan digitale opslagruimte mee; voldoende voor uren video en ontelbare vele foto's. En dan heb ik het nog niet eens over de serieuze verlichting die mee gaat en de navigatie-apparatuur. Plus de back-up voor de energievoorziening.
Het lijkt nu wel of het vooral om al die e-spulletjes gaat in plaats van over een leuk stukkie fietsen. Samen met LOL en 150 andere velonauten. Dat is natuurlijk beslist niet zo ;-).
Het is iets na zessen. Jullie kennen het verhaal wel. Ik fiets langs dat inmiddels wereldberoemde Apeldoornse Kanaal, het is erg donker en ik ga naar mijn werk. Vanochtend regende het behoorlijk en gebruikte ik voor de 7e keer mijn kap. Boeiend ;-). De afgelopen vijf jaar heb ik elk jaar zo'n 7000 woonwerk kilometers gemaakt. Ook dit jaar zal het daar zo ongeveer op uitkomen. Vaste dagen, vaste afstand; dan krijg je dat al snel.
Van november tot en met maart fiets ik 's ochtends in het donker
Het bijzondere van deze dag is echter dat het mijn allerlaatste woonwerk kilometers zijn. Vanaf morgen fiets ik nooit meer naar Apeldoorn om daar te gaan werken. Ik ga zelfs helemaal niet meer woonwerkfietsen. Paul stopt ermee, hij gaat met 'pensioen'.
Nadat ik nu even een betekenisvolle stilte heb laten vallen door een nieuwe alinea in te voegen, zal ik het verder uitleggen. Zo ingewikkeld is het niet: Anja en ik wilden al lang wat eerder stoppen met werken en op een gegeven moment kwam die mogelijkheid in beeld. Zo is het ongeveer gekomen.
Wat voor MGINL véél belangrijker is, is dat er ineens 7000 kilometers aan fietsbelevenissen en -inspiratie per jaar gaan wegvallen. En dat is niet alles. Als ik niets doe mis ik ook nog eens meer dan zes uur matig ;-) intensief 'sporten' per week. En aangezien ik nog steeds van lekkere dingen hou moet ik een plan bedenken.
Ik zal een heel nieuw ritme van fietsen (want dat wil ik graag blijven doen) moeten vinden. Ik zal de Pé Koomen van de provincie Gelderland moeten worden. Ik heb bewondering voor de grote regelmaat waarmee Pé zijn rondjes door Noord Holland draait.
Ik zal mooie tochten en tochtjes over de Veluwe gaan maken bijvoorbeeld. Even op en neer naar Dronten om mijn banden op te laten pompen of toch maar weer een stukkie langs dat mooie Apeldoornse Kanaal?
Langs het kanaal fietsen blijft natuurlijk een aantrekkelijke route
Maar zonder het werk als stok achter de deur zal ik toch, zeker de eerste tijd, een drempel moeten nemen. In elk geval wil ik net zoals tot nu toe zeker 200 kilometer per week blijven fietsen. Maar daar heb ik dan ook zeven dagen per week de tijd voor.
'Mooi Geel Is Niet Lelijk' zal met de zelfde regelmaat gevuld blijven worden. Als ik niets meemaak dan verzin ik wel wat. Dat ging me in de afgelopen jaren ook goed af ;-). Als het goed is merken jullie van dit alles dus helemaal niets...
Terwijl ik langs het Apeldoorns Kanaal de zoveelste dichte mistbank induik hoor ik links achter mij alweer dat gerinkel. Ik had er eerst nog niet zo op gelet maar nu begint het toch op te vallen. 'T zou een losse spaak kunnen zijn. Daar heb ik er al vier van gebroken, in mijn achterwiel. Maar de laatste keer dat dat gebeurde is al weer maanden geleden.
En nu ik er goed op ga letten hoor ik eigenlijk veel meer vreemde geluiden. Een ritselend geluid rechts van mij. Dat moet uit mijn rechtervelomobieltas komen. Daar waar normaal gesproken de 'regenkleding' in zit. Dan is er nog dat knisperende geluid. Dat hoor ik vooral als ik een scherpe bocht naar rechts maak. Het lijkt wel of mijn elleboog dan tegen iets aandrukt? En als ik mijn benen stil houd dan hoor ik heel op de achtergrond een subtiel geklots.
Er speelt een heel orkest van vreemde tikjes, kraakjes en tinkeltjes in mijn velomobiel. Moet ik nog snel op en neer naar Dronten voor groot en klein onderhoud? Zo mogelijk deze week nog, zodat ik pechvrij opnieuw naar Dronten kan de 28ste? Ik begin me toch zorgen te maken...
Maar op het moment dat ik die dichte mistbank uitrij wordt het me duidelijk. Op mijn dashboardklokje zie ik dat het al 19:37 uur is. Waarom ben ik zo laat? Ik keer huiswaarts van de jaarlijkse kerstborrel bij het waterschap. Bij die kerstborrel hoort het kerstpakket. Zo'n kerstpakket kun je als velomobielrijder niet in de daartoe verstrekte feestelijk gekleurde doos meenemen. Tenzij je een Quattrovelo hebt natuurlijk. Dus al die potjes, flesjes, zakjes en doosjes gaan in speciaal daarvoor meegenomen boodschappentassen, strategisch verspreid in de hele fiets.
Wij van Mooi Geel adviseren de vaste vloerbedekking van Velomobielonderdelen.nl voor het veilig vervoeren van een La Fiesta Tempranillo 2015.
Achter mijn bureau had ik een paar uur eerder die feestelijk gekleurde doos opengemaakt en was begonnen met het overpakken van de complete inhoud in die boodschappentassen. Al snelde vormde zich een uitgelaten groepje collega's om mij heen. "Ga je dat echt allemaal meenemen in die banaan van je?" riepen ze. Gelukkig heb ik als velomobielrijder veel ervaring met jolige groepjes die wat over je fiets roepen. "Wil er nog iemand en lege doos?", riep ik toen ik alles ingepakt was. Gejuich steeg op.
Dat kerstpakket is een net zo vastgeroeste traditie als het jaarlijks schrijven van dit stukje daarover ;-). Er zijn dan ook edities van 2015, 2014, 2013 en 2012.
Het is één van de unieke kenmerken van bezitters van een Strada, maar bijvoorbeeld ook van een Mango of een WAW. Nu groeit deze groep nog verder door al die nieuwe DF-rijders. Het gaat hier om één van de meest opvallende manieren waarop je de bezitter van zo'n fiets kunt herkennen.
Het zijn die unieke tatoeages die meestal in schuine patronen over het gezicht van de rijder verspreid zijn. Lijnen die zich overigens moeiteloos laten doortrekken naar soortgelijke 'striping' op de fiets zelf. Vaak in donkere tinten uitgevoerd en meestal met wat reliëf. Ze zijn 100% natuurlijk én afbreekbaar. Dat laatste gaat het beste met warm water en wat zeep.
Het ziet er heel spannend uit en ook wel indrukwekkend en wat dreigend. De oorlogsbeschilderingen van deze groep vm-rijders waaraan je kunt zien dat ze zich buiten de gebaande paden hebben begeven. Hé, let eens op, lijken ze te willen zeggen, wij zijn niet alleen maar gladde asfaltracers. Wij voelen ons op elk wegdek thuis!
Zij zoeken de rand van elk fietspad op, in elke bocht. Ook met regen, en sneeuw schromen zij niet modderige paden en wegen te kiezen. Plassen? Daar ga je dwars doorheen. Onvervaren kiezen zij voor onverhard.
Maar deze onvervarenheid heeft een prijs. Bij elke bocht komen de voorwielen uit hun wielkasten te voorschijn en werpen, als je geluk hebt, een indrukwekkende fontein van modder op. Daar helpt geen maxi schermpje aan. Hoe dan ook, het komt op jou en je fiets terecht. Je kunt dan zodra je weer thuis bent dat warme water en die zeep gaan gebruiken, maar je kunt het ook gewoon laten zitten. Op je fiets dan, bedoel ik ;-).
Ervaren 'open' rijders kunnen aan de hand van de sporen op de fiets veel vertellen over terrein en snelheid. Zo kun je zien dat deze fiets meestal op Veluwse zandgrond te vinden is en dat er met matige snelheden (zo rond de 30 km p/u) gereden word. Dat klopt dus aardig ;-).
Fiets wassen is dus niet mijn favoriete bezigheid. Maar nu weten jullie waarom ik het vaak zolang uitstel.
"Nou Paul", zei een collega laatst, "je mag je fiets wel eens wassen." En dat ga ik dus bewust niet doen. Deze subtiele fietsttatoos in warme aardetinten laten juist zien dat ik een echte 365-dagen fietser ben! Ik ben er trots op. Op mijn Strada zit een 'Proud To Be Dirty' sticker!
Straks, vlak voor de Oliebollentocht, gooi ik er wel een emmertje warm sop overheen. Maar dat is dus vooral omdat Anja vindt dat ik er dan netjes uit moet zien ;-).
Vorig jaar was het een 'crime' ;-). Er waren, als ik me goed herinner, niet minder dan acht mogelijk routevariaties. Klimmen, vlak, kort, lang en dat alles ook nog eens heen én terug. Dat was nog eens keuzestress. De poldereditie van 2016 is wat dat betreft eenvoudiger. Alhoewel je zowel vóór als ná de koffie telkens toch nog weer uit twee varianten kunt kiezen.
Nu zou je denken, zo'n fietstocht door de polder is toch niks anders dan monomaan knetterhard achter elkaar aanfietsen over kaarsrechte onbeschutte polderwegen? Nou, zo eenvoudig is het nu ook weer niet. Op die rechte wegen sukkel je als velonaut makkelijk wat weg in je comfortabele stoeltje. Polderblindheid noemen ze dat. En voor je het weet hebben we de grootste kopstaartbotsing uit de geschiedenis van het ligfietsen.
"Hoe langer de sliert hoe meer het pleziert"
Om iedereen scherp te houden, en tegelijkertijd een beetje te helpen bij de routekeuzestress heb ik hieronder wat verzameld. Zodat je niet alleen maar panisch naar het achterband van je voorganger zit te staren. "Zie ik 'm nog, zie ik 'm nog? Moet ik al remmen?" Heb je onderweg nog wat om naar uit te kijken :-).
Startpunt Dronten
Dronten ontleent haar naam aan de Polder Dronthen, een door aangeslibd land ontstane polder bij Kampen. Op 26 april 1962 kwamen de eerste bewoners in Dronten. Je ziet 't niet maar je zit hier meters onder zeeniveau. Als de dijken breken helpt 't geen zier dat onze fietsen ook wel eens voor kano's of duikbootjes worden uitgemaakt. Alleen het talud van de Hanzelijn levert je een droog plekje op als het water naar binnen stroomt.
Rood is onder NAP, groen er boven. (AHN Hoogtekaart van Nederland)
Fietspad langs de Hanzelijn van Dronten richting Kampen. Deze route nemen we dus niet, Waarschijnlijk vanwege de scherpe bochten die er in zitten en de opstoppingen die dat geeft \als al die Questrijders drie keer moeten steken ;-)
Vlak voor dat we bij de randmeren komen fietsen we door een groot bos. Dit is het Ontariobos want het is in 1958 (de polder was toen nét droog en ikzelf twee jaar oud) geschonken door de Ontario Horticultural Associaton. Hadden die Canadezen heel veel bomen over? Vlak voor de Roggebotsluis kun je iets verderop een hele vroege 'bio break' maken bij Restaurant Cafetaria Roggebot House. Waarschijnlijk kun je er een visje eten.
Roggebotsluis
Gewoon een sluis dus. De naam komt van een zandplaat die in de natte tijd hier ergens in de Zuiderzee lag. Als je de lange route rijdt dan fiets je er overheen. Als je de korte route rijdt dan zie je 'm vooral in je achteruitkijkspiegels. Want hier scheiden de wegen van de korte en lange route heen zich tijdelijk. Maak je geen zorgen vlak na Elburg zien we elkaar alweer.
Lange route heen
De lange route duikt hier dus de polder in en schampt de historische Hanzestad Kampen. Je passeert een aantal pittoreske kolken waarin Hengelsport vereniging Ons Vermaak naar zeelt, blankvoorn en karper vist. Die kolken zijn eigenlijk gewoon enorme gaten die achterbleven na de zoveelste dijkdoorbraak. Op dit punt steekt ook de nieuwe Hanzespoorlijn de randmeren over.
Na het gehuchtje Noordeinde zit je een stuk op de route van een LOL langeafstandstocht: het rondje waterschap in 2014. Dat waren toen 275 hele warme kilometers. Zo warm als toen gaat het nu beslist niet worden.
De route gaat verder zuidelijk langs de randmeren. Neem vooral het fietspad dat bovenop de dijk loopt, je hebt er een mooi uitzicht op het water. Heel ver weg aan de overkant zou je de rijders van de korte route moeten kunnen zien rijden.
Een paar kilometer voor Elburg staat een bescheiden stenen schuurtje langs de dijk. Dat is het historische polderschuurtje cq. dijkhuisje waarvan ik een paar maanden geleden een fotoserie maakte voor het waterschap. Daarna fiets je al snel Elburg city binnen: vooral bekend als dé toegangspoort voor oostelijke velonauten tot Dronten.
Rechts het dijkhuisje....
Korte route heen
Dit deel van de route fiets ik wel eens als ik naar of van velomobiel.nl fiets. Zeker als het hard waait en koud is fiets je de eerste kilometers (vanuit het noorden gezien) beschut tussen bomen en struiken over een breed fietspad. Van de randmeren zie je op dit stuk weinig. Die komen pas ergens voor Elburg weer in het vizier. 'T is even doortrappen maar dan komt Elburg in zicht en gaan we ritsen met de jongens en meisjes van de lange route.
Maar eerst kun je nog vlak voor de kruising met de weg naar Dronten aan je rechterkant de Kop van 't End zien. Toen Oostelijk Flevoland op 27 juni 1956 officieel droog werd verklaard kwam het havenhoofd van Elburg op het droge te liggen. Veel later is het gereconstrueerd en samen met een replica van de vuurtoren hier weer opgebouwd.
Samen verder naar Flevonice - tijd voor koffie, koek, cake en kletsen
In de zomer moet het hier druk zijn bij de talloze campings en jachthaventjes. Ter hoogte van Biddinghuizen kun je dan ook met een mini voetfietsveer naar Nunspeet oversteken De mooie Veluwe op. Maar nu is er vast niks te zien of te doen. Naar Flevonice is het niet ver meer.
Weet je het nog?: Flevonice verkeerde ooit in financieel zwaar weer, net toen ónze Cycle Vision gehouden zou worden. Dat was in 2013. Ze hebben daar dus nog wel wat goed te maken ;-) want die CV werd toen afgelast. Op vertoon van je NVHPV ledenpas kun je tegen gereduceerd tarief overbanden met spikes huren en een rondje draaien op de ijsbaan. Let op: we vertrekken weer op tijd naar Dronten.
Lange route terug
De echte bikkels (of degenen die in de buurt wonen) pakken deze route. Via een omweggetje ga je net als de jongens en meisjes van de korte route eerst naar Biddinghuizen. Biddinghuizen is in 1963 ontstaan. Het dorp is vernoemd naar een verdwenen dorp met dezelfde naam. We fietsen hier 3 meter onder NAP.
Op 10 oktober 1963 kwam de familie Heijmink als eerste bewoners in Biddinghuizen wonen. Zij betrokken deze woning aan De Voor 6.
De lange-route-rijders zwaaien nog even naar de sliert fietsers die verder gaat met de korte route en fietsen dan drie rotondes later weer het open landschap van de polder in .
Als er een gure oostenwind waait zou het wel eens handig kunnen zijn deze route te nemen. Eerst heb je dan wind mee en de tweede helft fiets je beschut door zo'n typische strook polderbos,
En voor je er erg in hebt ben je alweer in Dronten city. Bekend van de heerlijke oliebollen en dampende kommen snert. En van de velomobielindustrie natuurlijk.
Korte route terug
Grotendeels over vrijliggende fietspaden rijden ook de korte-route-rijders naar Biddinghuizen. Ze zwaaien nog even aar de sliert fietsers die verder gaat met de lange route en fietsen dan drie rotondes later weer het open landschap van de polder door. Dronten, bekend van de heerlijke oliebollen en dampende kommen snert, is dan dichtbij.
Nog steeds keuzestress?
Wat je ook doet, welke route variant je ook rijdt, het wordt vast en zeker een leuke OBT!
En weten jullie al welke route je gaat nemen? In elk geval tot dan!
Of ik zelf al een voorkeur heb? Ik denk er over heen de lange route te nemen (40 km) want die is wat afwisselender. Terug wil ik zo snel mogelijk naar de oliebollen en de snert: de korte route dus van 20 km. Kom ik in totaal uit op een mooie 60 kilometers. Met de 160 voor de heen en terugreis erbij is het dan wel lang genoeg geweest,
Als je als velomobielrijder nog steeds in het Sinterklaascircuit zit dan is het onvermijdelijk. Degene die jouw lootje trekt wrijft zich in de handen: "Ha! een onderwerp voor een surprise en voor een gedicht is dit jaar makkelijk", denkt hij op zij dan. Schaamteloos plunderen ze je blog en gaan aan de gang.
En daar zit je dan ineens als meneer De Velomobielrijder met een groot geel boek op schoot. Origineel ;-) idee en leuk uitgewerkt :-). Hé Sint, da's nog eens wat anders dan over de daken fietsen!
Je moest er wel koude tenen, koude handen en/of een koude neus voor over hebben maar dan kreeg je er ook véél voor terug. Een LOL-ritje door de mooie Achterhoek in wonderschoon winterweer. Daar ga ik geen woorden aan vuil maken, laat de plaatjes maar voor zichzelf spreken.
Op pad naar Zutphen: de bevroren neus van Strada 94 prominent in beeld.
Ik zag het al direct: dit beloofde een mooie, een hele mooie dag te worden
Voor zo'n uitzicht moet je gewoon stoppen, ook al is fietsen nog zo leuk
Mijn tenen beginnen koud te worden maar gelukkig ligt aan de overkant van de IJssel al Zutphen
Terwijl ik me opwarm met een bakkie koffie druppelen de andere elf LOL-lers binnen
Staat iedereen in de goede richting voor een rondje Achterhoek? Dan kunnen we eindelijk vertrekken...
Nog maar net Zutphen uit of we staan alweer stil. Lekke band. Nog wel zo'n onplatbare Michelin Protek
Stilleven met twee velomobielen
Ideaal velomobielweer...
...koud én zonnig. Wat wil je nog meer? Zelfs voor de twee open liggers was dit nog genieten ;-)
Koffiestop bij het Wapen van Heeckeren vlakbij Hummelo.
'T ziet er erg smakelijk uit maar het appelgebak was wat aan de droge kant
Langs de Oude IJssel verder naar Doesburg en Dieren. Na 64 kilometers was ik weer thuis.